Reisverhaal «Schotland 2016»
Schotland 2016
|
Verenigd Koninkrijk
|
0 Reacties
07 Augustus 2016
-
Laatste Aanpassing 10 Januari 2017
Schotland 2016
Juli/augustus 2016
- Raf Mandervelt
- Caroline Vandamme
- Joppe Mandervelt
- Leonie Mandervelt
DEEL I : DE TOCHT VAN NEDERLAND NAAR SCHOTLAND
Donderdag 14 juli : camper ophalen en ferry naar Dover
Ja, het is zover !!! We mogen de camper gaan oppikken ! Een Nederlandse firma (ouderecamperhuren.nl) bleek veruit het goedkoopste alternatief te bieden om een camper 3,5 weken te huren. De leeftijd (zo’n 20 jaar) en het aantal km (225.000 – wat nog altijd véél minder is dan ‘ons Wendy’ uit Nieuw Zeeland – die had er 650.000 op de teller) moet je er wel bij pakken. Je moet trouwens ook wel wat vertrouwen stellen in de Noorderburen die deze oude telg verhuren, het enige contact verloopt steevast via internet, met enkele dagen vertraging. Maar goed, wij die ochtend met z’n tweeën naar Landgraaf om de camper te halen. Het starten verliep vlekkeloos, en off we go ! Wel wat sjokken, zo tegen maximaal 90 a 100 km / u op de autosnelweg ! Kindjes oppikken en dan terug naar huis, ja ik weet het, da’s een beetje raar, maar we moesten terug via Gent passeren om al onze spullen op te pikken. Eenmaal dat was gebeurd, konden we koers zetten naar Calais. We waren nog net binnen bereik van de Belgische radio om de ritzege van Thomas De Ghendt mee te maken !
Het inschepen verliep zeer vlot, aan de Engelse zijde was het dan nog een half uurtje rijden naar onze camping. De camping lag volledig te lande, we zetten onze ‘Scott Rosie’ (de naam van onze camper is een compromis tussen ons voorstel ‘Scotty’ en dat van Leonie ‘Rosie’) op een gezapige groene weide en warmden onze spaghetti op… we konden zelfs nog buiten eten ! Nog een geluk dat we nog snel een klein caminggasvuurtje van thuis hadden meegenomen, dat kwam al van pas nu bleek dat we de camper hadden gehuurd zonder de obligatoire gasfles !
Vrijdag 15 juli : van Canterburry naar Zuid - Schotland
De grote trot ! Onze camping bevond zich net ten zuiden van Canterbury, de camping die we hadden geboekt, situeerde zich net aan het begin van Schotland, zo’n 650 km naar het noorden. Eerst nog naar Canterbury om een nieuwe gasfles aan te schaffen, en dat bleek géén sinecure. Gas hadden ze nog wel, maar de Engelse fles bleek niet compatibel met het Europees systeem (die Brexit toch !) en dus moesten we de harde middelen inzetten (leiding doorsnijden) en een nieuwe regulator installeren. Met wat hulp van een wel zeer bereidwillige Brit (willen ze dan toch vriendelijk blijven voor Europa?) konden we de gasinstallatie toch aansluiten en stoof Scott Rosie naar het Noorden. Londen, een grote stad, een grote ring, zeer veel verkeer, en dus ook de nodige vertragingen…..Eenmaal voorbij Londen ging het raampje van de hoogslaper dan nog open tijdens het rijden en ontsnapte de slaapzak van Joppe uit de auto ! Even paniek, ik keek in mijn achteruitkijkspiegel en zag een slaapzak bengelen aan het raam ! Gelukkig kwam alles nog goed en konden we rustig verder tuffen. S avonds laat kwamen we aan op onze eindbestemming, een half uur te laat ! Om 21u sloot de camping immers de deuren, niemand meer te bespeuren, daar stonden we dan ! Langs de weg naar de camping hadden we wel al een aantal potentiële staanplaatsen gespot.
| Het werd een ‘spot with a view’, met zicht op een prachtige baai ! |
Zicht op Queensberry bay | |
DEEL II : DE FENOMENALE CAIRNGORMS EN DE WEST COASTZaterdag 16 juli : Sea Life Center North BerwickNa een heerlijke nacht (de wind was gelukkig s nachts wat gaan liggen), konden we dan toch de camping binnenrijden en nog gebruik maken van de faciliteiten.
Retro Ijskar
Net buiten de camping stond een prachtige, retro ijskar met ‘organic ice cream’. T was nog vroeg op de dag, maar een dergelijk ijsje konden we niet weerstaan. We aten ons ijsje op op het strand en vervolgden onze weg door Schotland. Doel was het ‘Sea Life Center’ aan North Berwick. Onze GPS stuurde ons langs een klein, maar supermooi baantje door het binnenland. We kregen al een eerste voorsmaakje van het prachtige, Schotse landschap. Het Sea Life center was een hit, het is een soort observatiepost om een aantal ‘vogeleilanden’ voor de kust te ontdekken. Eén van deze eilanden is ‘Bass rock’, een gigantische rots voor de kust waarop 15.000 ‘Jan van Gent’en verzamelen. Met een aantal telescopische verrekijkers en op het eiland geïnstalleerde camera’s kan je de vogels gadeslaan. Er zijn niet alleen de Jan van Genten die je kan bezig zien, ook o.m. Papegaaienduikers, Kuifaalscholvers en Zeekoeten (die toch verdacht veel op pinguins lijken…) passeren de revue. Prachtig om zien en goed uitgelegd ! Na een korte stop in ‘den ALDI’ gingen we op zoek naar een staanplaats in de buurt. We vonden die op de parking van een natuurreservaat (Aberlady Bay), even verderop langs de kust. Alweer een ‘freedom camping with a view’.
Zondag 17 juli : Linn O Dee
En ja, ook in Schotland een uitgebreid ochtendritueel : heerlijk fruit, muesli en yoghurt. Dan weer op pad, in het eerstvolgende dorp maakten we een korte stop voor wat inkopen en jawel hoor, ze verkochten Bundaberg Gingerbeer ! Fantastisch om dit heerlijk drankje terug tegen te komen. De GO OUTDOOR (de Britse variant van Decathlon) voorzag ons dan weer van een nieuwe slaapzak voor Joppe. Edinburgh lieten we (letterlijk) links liggen, géén evidentie om met Scott Rosie rond te rijden in een stad (5,5 m lang, géén stuurbekrachtiging) en dus een excuus om nog eens een aparte citytrip te doen ! Vanaf Perth begon het landschap alweer te veranderen, het werd ruwer en we reden de bergen in. Devils Elbow is zowaar een echte bergpas (met een top op 650 m), met skifaciliteiten (in de winter natuurlijk). In Braemar namen we dan de weg naar de parking van Lin O Dee, waar we ons gingen stationneren voor de nacht.
Linn O Dee bleek een kloof te zijn, aanvankelijk leek die niet veel voor te stellen, tot we er met onze neus voorstonden ! De rivier ‘Dee’ had een echte kloof van ettelijke meters diep door het landschap gesleten, prachtig om zien ! S avonds maakten we voor het eerst kennis met de ‘Midges’, die vervelende, Schotse steekvliegjes. Dan maar vlug in de camper….. | |
| Kloof van Linn O Dee |
Maandag 18 juli : Braemar
Die dag was het dan zover :onze eerste echte wandeling op Schotse bodem ! Na het ontbijt reden we naar het plaatselijk infokantoor in Braemar en vroegen we naar een gezinsvriendelijke, maar toch pittige tocht. Ze raden ons een wandeling rond Keiloch aan. Het pad liep deels langs een oude ‘driftweg’, een veehandelroute, dwars door de bergen.
| Na een kort pad door het bos, kregen we zicht op een prachtige vallei met lage begroeiing en idyllische beekjes. De hogere ‘toppen’ (van toppen was niet echt sprake, het waren eerder ‘bulten’ van zo’n 1000 m hoog) van de Cairngorms doemden op in de verte. Op het einde van onze tocht maakten we nog gebruik van het ‘recht van doorgang’, dwars doorheen de ‘weide’ van het kasteel van één of andere chique type. |
Wandeling in Keiloch | |
(er zijn er wel méér in deze streek, géén wonder, want ook de Britse royals hebben hier een befaamd buitenverblijf ‘Balmoral’). Nadat we schapenkeutels uit onze schoenzolen hadden gevezen, kwamen we terug bij ons Rosie. Geweldige tocht én het had niet geregend ! In de late namiddag reden we nog door naar de andere zijde van de Cairngorms. De rit ernaar toe was alweer geweldig mooi, Rosie kreunde wat op de steile hellingen (tot 20 %), maar ze haalde het ! Het uitzicht op de hoogteplateaus was verbluffend mooi. Aviemore was dan plots wel het andere uiterste : een toeristische drukte van je welste. Snel den Tesco binnen (lokale variant van de Colruyt) en weer weg. We zouden al een flink eind richting het skistation van Glenmore Forest Park rijden, het beginpunt van onze volgende wandeling. We stationeerden ons Rosie op de ‘bus’parking aan de voet van de skiheuvel en genoten van het fantastisch uitzicht op de bossen en het meer van Aviemore.
Kamperen op de “busparking” aan de skilift van Glenmore
Dinsdag 19 juli : Cairngorms
S morgens opstaan met stralende zon, t is eens wat anders ! Een geweldig weer om deze berg te beklimmen. We zouden ervoor gaan : een wandeling van 11 km en een hoogteverschil van 775 m om zo de top van de Cairngorms te bedwingen (ca. 1200 m). We starten onze wandeling aan het skistation en kiezen voor het licht stijgend pad. Joppe en Leonie zien het wel zitten en raken volledig gefascineerd door de bergen én door hun eigen verzonnen verhalen.
| Na de eerste helling kiezen we niet voor het extra steile pad maar blijven we het bredere pad volgen. Het landschap dat zich langs dit pad opent, is immers verbluffend mooi. We zien een vrijwel symmetrisch opgebouwd, U-vormig dal (Glens) en een prachtig bergmeertje. Joppe en Leonie spelen zelfs even in de sneeuw (in hun T-shirt!). Na een laatste, steile klim bereiken we de top. |
Zicht vanop de top van de Cairngorms | |
We zijn écht superfier op Joppe en Leonie, ze hebben dat super goed gedaan, het zijn echte berggeiten. Nadien gaat het even bergaf, tot aan het eindstation van de bergtrein (Funicular). We nemen deze trein voor een panoramische rit, terug naar ons beginpunt. Eenmaal beneden, besluiten we dan om nog een heel eind te rijden, het is immers nog vrij vroeg (16u). We rijden de bergen uit, de zee tegemoet. Na wat omzwermingen en zoekwerk vinden we uiteindelijk een prachtige ‘freedom’ campsite op de parking van een natuurreservaat.
De zee dringt hier diep het binnenland in, de getijden hebben vrij spel, net als de vogels én … zeehonden ! Jawel hoor, vanuit onze camper hadden we vrij zicht op een kolonie zeehonden die zich verkneukelden aan het laatste streepje zon van de dag. Fantastisch ! wat een plek ! | |
| Enbo Nature Reserve : zicht op baai |
DEEL III : DE VERLATENHEID VAN ‘THE FAR NORTH’Woensdag 20 juli : naar Torrisdale BayZe hadden het voorspeld, en inderdaad. Die nacht en nagenoeg de volledige dag raasde een storm over het land. Nu ja, storm, de windkracht bleef nog beperkt, maar de regen, dat hadden we geweten ! Dan maar de praktische zaken regelen : Rosie voorzien van drank, ons eigen water bijvullen (gelukkig kon dit aan het benzinestation), grijswater en toiletje legen en de geneugten des levens kopen in de supermarkt (alweer den Tesco). S avonds doen we nog een kleine wandeling aan Strathy Point, kwestie van toch even buiten geweest te zijn. Zonder veel verwachtingen sloegen we een kleine wegel richting kust in. Deze kust bleek echter uit een aantal hoge kliffen te bestaan, ondanks de mist en het gemiezer, toch nog een mooi einde van deze dag ! Na deze wandeling gingen we op zoek naar een slaapplek, het koste enige moeite, maar we vonden alweer een fantastisch mooie plek, en opnieuw op de parking van een natuurgebied (Torrisdale Bay).
Donderdag 21 juli : van Torrisdale Bay naar Durness
Vandaag zijn de weergoden ons weer gunstig gezind, we staan op met een stralend zonnetje ! Geleidelijk aan komen er wel een aantal wolkjes, maar dat kan ons niet deren. We starten een korte wandeling vanaf de plek waar onze camper staat, naar de zee.
| Gelukkig hebben we onze sandalen aan, want het pad is deels overstroomd (achteraf beseffen we dat dat komt omdat het op dat moment vloed was). Op het strand bouwen we een mega chique zandkasteel (voor de waterprinses, volgens Leonie). Leonie nam de lead voor de ‘versterkeringen’ (het kasteel behoeden voor overstromingen), Joppe nam de layout van de binnenruimte van het kasteel voor zijn rekening. En wij maar wachten op vloed, terwijl het eigenlijk eb aan het worden was…. |
Torrisdale Bay | |
Nadien maakten we nog een kleine wandeling op het strand en verzamelden we een aantal mooie schelpjes. Na de middag volgde dan het vervolg van onze autorit door de Far North. Het landschap werd echt verbluffend mooi : schrale bergplateaus, kleine meren en zeetongen wisselden elkaar af. Je kon écht elk moment stoppen om een foto te trekken (wat je in de feiten ook moest doen, maar dan niet om foto’s te trekken maar om tegenliggers te laten passeren op één van de vele ‘Passing Lanes’ op deze smalle wegen (Single Road Tracks).
Onderweg tussen Torrisdale Bay en Durness
We stopten nog even in een kleine baai en bezochten een grot (Smoo Cave). Gek om zien dat een beekje, dat bovenaan zo rustig kabbelt, plots in een ‘gat’ (Blow Hole) stort en zich dan een weg baant doorheen de kalkrotsen om 30 m lager in de zee te eindigen. Alweer konden we de vergelijkingen met Nieuw Zeeland niet wegslaan : die rotsformaties, grotten, Blow Holes. Niet alleen de kampeerervaring, maar ook het landschap kwam terug….. Fantastisch om dit te vinden op 1500 km van huis, we komen hier zeker terug ! S avonds passeerden we nog een ‘Craft Village’, een soort ‘bezigheidstherapie’ en bron van inkomsten voor een groep hippies die hier waren gestrand. We parkeerden ons Rosie aan alweer een prachtige baai en genoten van een magnifieke zonsondergang.
Nog even spelen aan een riviertje dat uitmondt in Balnakeil Bay
Vrijdag 22 juli : Sandwoodbay
Na het gebruikelijk ochtendritueel zetten we koers naar Sandwoodbay, we stopten nog even in het nabije dorpje om de banden wat op te pompen en vervolgden onze weg verder zuidwaarts. Doel van de dag was het prachtige strand van Sandwood. Sandwood zelf was een verlaten dorpje (t is te zeggen, één ingestort huis), gelegen aan een meer, temidden een open landschap met de bergen op de achtergrond.
| Voorbij het dorpje liep het pad over majestueuze duinen om uiteindelijk uit te monden op de goudgele stranden…. Man, man, had dit land temperaturen van 30 graden, dan was dit zeker en vast een tweede Benidorm. Gelukkig bleef het toerisme beperkt tot enkele moedige wandelaars…. en twee kindjes die het fantastisch vonden om in het maagdelijke zandstrand te spelen…. |
Sandwood Bay | |
De terugweg verliep – net als de heenweg overigens – opvallend vlot (t was toch 14 km in totaal!). Vele verhaaltjes passeerden de revue en algauw zagen we ons Rosie terug. Na de wandeling reden we nog even langs een klein baantje om onze camper te zetten op de parking van Oldshoremore. Alweer een mooie freedom plek, met zicht op zee !
Zaterdag 23 juli : Handa IslandNa het ontbijt zetten we koers naar de (kleine) haven van Tarbet, van waaruit we de ferry boot (een kleine rubberboot voor ca. 15 personen) namen naar Handa eiland, een onbewoond eiland voor de kust. Onbewoond door mensen, maar wel ontelbaar veel vogels !!!! Nadat we aangemeerd waren, kregen we eerst een korte uitleg door vrijwilligers van de lokale natuurvereniging. Zij wezen ons op de vele vogelsoorten die we te zien zouden krijgen én op de do’s en don’ts op dit eiland. Daarna konden we op pad. Er was maar één rondweg op dit eiland, ca. 6 km. De laatste boot vertrok om 16u45, plenty of time dus, dachten we. Eerst naar de andere zijde van het eiland, waar we een prachtig zicht hadden op de indrukwekkende kliffen vol, maar dan écht vol, met allerhande vogels, gaande van zeekoeten, drietienmeeuwen over kuifaalscholvers tot papegaaieduikers !
| |
Papegaaieduiker | Zeekoeten op de uitsteeksels van de kliffen |
Vooral de driftig over en weer waggelende zeekoeten en de enig mooie Papegaaieduikers waren een hit. We vervolgden onze weg langs de steile kliffen, genoten nog van het unieke landschap en speurden – tevergeefs – de achterliggende zee af voor walvissen en dolfijnen (je moet écht geluk hebben om een van deze soorten hier te zien, maar het gebeurt dus wel degelijk). Op het einde was het nog rennen om de laatste boot te halen, Joppe haalde ons gelukkig bijtijds uit onze roes. Terug aan land zetten we onze tocht verder richting de vuurtoren van Stoer, waar we ons Rosie op alweer een enig mooie plek zetten om de nacht door te brengen.
Zondag 24 juli : Old Man of StoerDe wandeling die we de volgende dag hadden gepland, startte net op de plek waar onze camper stond.
Zicht op de vuurtoren van Stoer
Het ging eerst langzaam bergop doorheen de graslanden om uiteindelijk op een punt te komen met erg steile kliffen (tot wel 130 m!).
Het water was erin geslaagd om door de jaren heen een waar ‘standbeeld’ te boetseren, in de geërodeerde rotsen kon je de figuur van een ‘man’ ontwaren (the old man of stoer). Vanaf de naastgelegen berg had je een prachtig uitzicht op het achterliggend, ruw landschap vol rotsen en meren. | |
| Zicht op de ‘Old Man of Stoer’ (rechts op de achtergrond) |
Na de wandeling aten we nog een heerlijke (bio-) hamburger aan het kraampje dat zich op deze magische plek had opgesteld. Na wat over en weer gerij besloten we uiteindelijk om s avonds Rosie op te stellen op een parking in de baai van Achnahaird. Op de plek waar we eerst stonden (de parking van Stac Pollaidh) werden we immers verjaagd door een échte storm aan midges. Die kleine drommels waren zo talrijk en krachtig dat enkele onder hen zich zelfs een weg baanden tussen de rubber van onze ramen…. Aan de zee heb je hier sowieso al wat minder last van, daar kunnen ze niet op tegen de straffe wind…..
Maandag 25 juli : Stac PollaidhNa het ontbijt zetten we (terug) koers naar de parking van Stac Pollaidh. We zouden die dag proberen deze oude knor (de bergen in Schotland zijn de oudste van Europa, zo’n 3 miljard jaar, vandaar dat ze zo sterk geërodeerd zijn) te temmen en tot de top te klimmen. De wandeling was niet zo lang (5 km), maar vereiste wel een hoogteverschil van ongeveer 550 m. De kindjes hadden er duidelijk zin in. Het weer zat gelukkig nog goed mee, de zon was niet van de partij en in het begin zat de top nog verhuld in de wolken, maar op moment dat wij er waren, klaarde het (even) op zodat we konden genieten van het magnifieke uitzicht op het achterliggend landschap.
| Man, man, dat is hier toch wel wondermooi! Een onaangeroerd, ruw landschap met prachtige rotsformaties, bedekt met een deken van groen in alle tinten, en doorspekt met verschillende ‘lochs’ (meren), in alle kleuren van blauw (naargelang de lichtinval – het landschap werd pas echt supermooi als de zon uitzette). |
Zicht vanaf de top van Stac Pollaidh | |
De kindjes hielden zich op de wandeling, zoals gewoonlijk, bezig met het vertellen van verschillende verhalen. Ik leidde een verhaal in en zij breidden er een ongelooflijk fantasierijk vervolg aan. Na de wandeling zetten we koers naar het enige stadje in de ruime regio (Ullapool), om boodschappen te doen, diesel en water bij te tanken (gelukkig aan het hetzelfde tankstation) en onze grijswatertank te legen. Nadat de behoeften van ons Rosie waren geledigd, konden we een mooi plekje uitkiezen, ergens op een parking langs de weg naar Gairloch, met alweer een geweldig mooi uitzicht.
Dinsdag 26 juli : Inverewe GardensNadat ons Rosie bij het opstaan weer een heerlijke rookpluim achter zich liet (het starten lukt niet altijd even vlot…) zetten we koers naar Inverewe Gardens. Een rijke Engelsman bouwde eind 19de eeuw op deze plek een landgoed en versierde zijn tuin met een aantal planten uit zaden die hij meebracht uit verre, exotische oorden. Het 24 ha groot park stond dan ook vol met allerhande, prachtige bomen en planten, zoals Rhodedendrons, Azaleastruiken, vleesetende planten, Amerikaans Redwood en zelfs Nieuw Zeelandse Varenbomen…. We waanden ons in alle delen van de wereld (zelfs even terug in Nieuw Zeeland!), enkel het weer deed nog aan Schotland denken. Vreemd dat deze planten hier, op dergelijke noordelijke hoogten, gedijden. Joppe en Leonie vonden het erg fijn, men had speciaal voor kinderen een zoektocht in elkaar gestoken. Tegen onze gewoonten in, bezochten we nog de souvernirwinkel van het park en kochten er échte Schotse thee. Terug in de camper konden we dan ook genieten van een heerlijke thee ‘with a biscuit’ (and one finger in the air, like it should be). Na dit intermezzo reden we opnieuw richting Zuiden. We passeerden het prachtige Loch Maree en bezochten nog een waterval. Dit bezoek werd evenwel sterk gedwarsboomd door een heel leger aan midges, dan maar een korte glimp van het natuurspektakel en snel weer verder.
We stationneerden onze camper in het prachtige ‘niemandsland’ op de baan tussen Kinlochewe en Torridon. Die avond zouden we een uitgebreide douchesessie organiseren in de camper. Het water uit de rivier mengen met opgewarmd water, en je kan je hier ook perfect ‘douchen’. Zo konden we toch proper de lakens onder kruipen. | |
| ‘Niemandsland’ tussen Kinlochewe en Torridon |
DEEL IV : HEMELS ‘SKYE’Woensdag 27 juli : eerste kennismaking met SkyeDie dag zouden we een mooie wandeling maken vanaf de plek waar we de vorige avond waren gestrand (deel van de Cape Wrath Trail), maar het weer besliste er anders over… We werden wakker in de gietende regen, het regende zelfs zo hard dat er zich druppels begonnen te vormen boven de slaapplek van de kindjes. Het was wellicht de harde wind die de regen onder de ventilatieklep de camper instuwde…. Dan maar snel ontbijten en wegwezen. Plan B bestond uit een bezoek aan Eilan Donan Castle, één van de toeristische hoogtepunten van Schotland. Toeristisch, én dus gigantisch veel volk. Het duurde al een hele tijd voor we Rosie konden parkeren. Het kasteel zelf was wel fijn om te doen, het had klaarblijkelijk wél een hele geschiedenis. De plek zelf was blijkbaar al méér dan 5000 jaar bewoond, volgens de brochure waren er nog restanten te zien van de oudste bewoning (steencirkels die als basis dienden voor een opbouw in hout), maar die hebben wij niet teruggevonden op terrein. Het kasteel zelf dateerde uit 1200 n. Chr en werd gebouwd als verdediging tegen de uit de noorden komende vikings. Het werd wel meermaals verbouwd en deed tot voor kort nog dienst als buitenverblijf voor een adellijke familie (MacEnzie). Na dit cultureel intermezzo zetten we koers naar Skye. In het dorpje, net voor de brug, vonden we zowaar een publieke wasserette, tijd dus voor een klein waske. We staken dan de brug over die het eind Skye verbond met het ‘vasteland’ van Schotland en parkeerden ons Rosie langs een klein baantje.
| Het werd alweer een plekje met een fantastisch uitzicht op de zee. |
‘free’ camping langs een kustweg die start aan het dorpje ‘Sconser’ | |
Donderdag 28 juli : The CuillinsDie dag zouden we onze eerste wandeling doen op het eiland. We zouden een deel van de ‘Cuillins’ beklimmen, een berg in het zuiden van het eiland. De wandeling startte aan het hotel van Sligachan.
| Het pad ging eerst langzaam omhoog, langs een riviertje. We passeerden enkele mooie watervallen. Na ongeveer 2,5 uur wandelen bereikten we een soort hoogteplateau. Het pad werd almaar onduidelijker. We dachten dat dit het eindpunt van de wandeling was, maar dat was het dus niet. Volgens een wandelaar die uit de tegenovergestelde richting kwam, ging het pad verder via een steiler bergpad. Het vereiste wat klim- en klauter werk, maar finaal raakten we met de kinderen toch op een soort ‘uitkijkpunt’. |
Zicht op de prachtige bergen van ‘The Cuillins’ | |
Intussen waren we een ouder koppel tegengekomen, Engelsen die ongeveer eenzelfde klimritme als ons hadden. De oudere man en ik zouden even hoger proberen het pad terug te vinden, de kinderen en Caro bleven even op het uitkijkpunt. Finaal zijn we wel wat hoger geraakt, maar het eindpunt van de wandeling heb ik toch niet gevonden. Het uitzicht was evenwel verbluffend !!!! De spitse, grillige bergtoppen boven ons vormden een soort natuurlijke ‘kom’, het landschap vormde een mals, groen deken (zonder vrijwel enige bebouwing !!!) en werd aan de uiteinder afgesloten door prachtig geronde bergen in een overwegend rode kleur. | ‘afgeronde bergen’ van The Cuillins |
En wat een prestatie weer van de kinderen, de tocht was al bij al toch weer 10 km met een hoogteverschil van ca. 500 m. In de camper wachtte het ‘beloningssnoep’….Na de wandeling reden we verder richting Portree. We passeerden het (super toeristisch) stadje, tevergeefs op zoek naar water voor onze watertank en een publiek toilet om ons toilet te legen, en zetten dan maar verder koers in noordelijke richting. We parkeerden onze camper op een parking langs de weg tussen Old Man of Storr en het volgende dorpje Rigg.
| De zon kwam er zelfs door en we konden alweer genieten van een majestueus uitzicht op de kliffenkust van dit prachtige eiland. |
Zicht vanaf de parking ‘Tobtah Douadpagh’ (tss Rigg en Old Man of Stoer | |
Vrijdag 29 juli : Old Man of StorrNa een heerlijke nacht verlieten we onze staanplaats en reden we naar de parking van Old Man of Storr. Het pad ging meteen steil omhoog vanaf de parking. We waren er niet alleen, het leek wel alsof heel Engeland (en Japan) leeggelopen was op deze mooie dag om te genieten van het rotsspektakel op de berg. Na een korte klim bereikten we de voet van de majestueuze rots. De opstaande rots van ca. 30 m hoog was zodanig geërodeerd dat men er een ‘oude man’ in kon herkennen. Ook de omgeving van deze beroemde rots was erg de moeite waard, het leek één geweldige, door de natuur gevormde speeltuin met tal van rotsen en hellingen die je kon beklimmen.
Zicht op Old Man of Storr
We aten onze bokes op op een zorgvuldig uitgekozen plek, uit de wind, op een richel met onze voetjes in de lucht. Zalig !! Eenmaal terug beneden vervolgden we onze tocht op het eiland Skye. We stopten aan een camping om onze ‘waste’ kwijt te raken en water bij te tanken. Dat bleek géén evidentie, aangezien we niet van plan waren op de camping te verblijven. De uitbater gaf echter toch toe, zij het na enige zielige blikken van ons (er was immers écht géén andere mogelijkheid op dit toch wel zéér toeristisch eiland). Enfin, we waren dan toch ‘geprepareerd’ en konden onze toch verder zetten. Het werd een lange rit, langsheen het noordeinde van het eiland en dan helemaal naar het westen, richting Neist Point. De uitzichten waren – zoals we al gewoon waren – fabuleus : prachtige kliffen, afgewisseld met sappige weiden en mooie bergen. Eenmaal in Neist Point aangekomen, gunden we ons Rosie haar welverdiende rust.
Zaterdag 30 juli : Neist Point
Na het ontbijt trokken we onze wandelschoenen én onze regenjassen aan en gingen op verkenning op deze ‘landtong’. In de spleten van de kliffen zaten heel wat zeevogels, vooral Kuifaalscholvers en Noordse Stormvogels (van dit laatste zijn we evenwel niet zeker, we zijn zeker nog géén specialisten). Op ‘Neist Point’ zelf bevond zich een verlaten vuurtorengebouw in zijn typerende architectuur. De regen hield echter aan en we keerden terug naar onze camper. Rosie had evenwel een mindere dag vandaag, en startte niet meteen (ook niet na de vierde keer). Dan maar aan de startkabels (we dachten dat het de batterij was, quod non, zo zou later blijken). Een vriendelijke Duitser hielp ons Rosie om toch uit haar slaap te komen en met een ronkende motor verlieten we deze (alweer magische) plek. We besloten Skye niet verder aan te doen, niet enkel omwille van het tegenvallende weer, maar ook omdat het er toch wel erg toeristisch bleek te zijn. Die dag zouden we dan ook het eiland verlaten en koers zetten naar het (vaste)land. We reden helemaal door naar Glencoe, waar we een einde maakten aan 15 dagen ‘wildkamperen’ en ons Rosie stationneerden op een camping op de weg tussen Glencoe en Kinlochleven. Wildkamperen had zeker zijn charme, maar we waren blij als een kind om eens te kunnen genieten van ‘220 V’ aansluiting (en dus een goed werkende frigo, warm water, enz.) en vooral van een welverdiende, warme douche. De camping bleek een typisch Britse camping te zijn, weinig buitenlanders dus, maar vooral kampeerders uit de zuidelijk gelegen ‘arbeiderssteden’. We parkeerden ons naast een tent met twee, zwaarlijvige Ieren met heel wat tatoeages, maar met een uitstekende muziekkeuze… Op die manier leerden we toch ook een ander facet van de Britse samenleving kennen…. De kindjes amuseerden zich meteen met de lokale ‘schommel’ (gewoon een stok aan een touw in een boom) en het strandje aan het meer.
DEEL V : DE MAJESTUEUZE BERGEN ROND ‘GLEN COE’
Zondag 31 juli : Glen Coe
Die dag zouden we nog een grote wandeling maken. Het plan was om ergens halt te houden op een parking langs de weg die de ‘Glen Coe’ doorsneed en van hier af een wandeling te maken richting ‘Glen Etive’.
| Het uitzicht was alweer fenomenaal, het pad ging eerst langzaam bergop en gaf op de top een prachtig zicht op de volgende vallei. Vanaf de pas was het wel even zoeken naar het pad, maar de beschrijving uit het wandelboekje was gelukkig voldoende accuraat en loodste ons vlotjes doorheen de ‘short cut’ naar het bergpad in de volgende ‘glen’. Van hieruit ging het weer steil bergop om dan langzaamaan af te dalen, terug naar de weg van waar onze wandeling begon. |
Zicht op de vallei ‘Glen Etive’ | |
Op het einde van de tocht begon het dan toch eindelijk een beetje op te klaren, de tocht verliep tot dan immers grotendeels in de striemende regen. Maar ach, dat pak je erbij, je hebt dan tenminste géén last van de muggen… en het landschap blijft prachtig !!!! Rosie had het even moeilijk om terug te starten, maar gelukkig was er de kennis van een Britse mechanicien om de wagen terug aan de praat te krijgen. Hij wist ons te vertellen dat het niet de batterij was, maar wellicht zou gaan om de ‘Battery Volta’ (gloeikaarsen). Enfin, Rosie deed het terug en we konden terug naar de camping. Die avond zouden we wel naar de Nederlandse Wegenwacht bellen voor assistentie de volgende dag, want dit was eigenlijk niet meer normaal. De kindjes hadden het weer formidabel gedaan , het is een zeer lange en erg zware bergtocht geworden.
Maandag 1 augustus : rustdagHiep, hiep, hoera, er is er eentje jarig ! Leonie wordt 6 en dat moet gevierd worden !!!! Vandaag werd het een rustdag, en jawel hoor, daar was de zon ! We werden s morgens wakker in een heerlijk zonnetje. De kindjes genoten ervan om eens rustig op de camping te kunnen spelen, en wij vonden het ook wel eens leuk om op ons gemak bij de kindjes te zijn….. De wegenwacht zou ons om 9u komen depanneren, maar door een fout in de communicatie tussen Nederland en Schotland werd het uiteindelijk 15u in de namiddag. Maar géén nood, er zijn zeker slechtere plaatsen ‘om vast te zitten’. We genoten ook wel écht van de rust en het zicht op de mooie bergen rond de camping. De man van de wegenwacht bevestigde de diagnose van de Britse mechanicien van gisteren, de spanning op de motorblok gaf slechts 15 Amp. Terwijl dit eigenlijk 60 Amp moet zijn. Hij kreeg Rosie enkel nog aan de praat dankzij een ‘Quick Start’ en raadde ons aan om een garage op te zoeken. Wij dus maar met Rosie naar de garage, waar we te horen kregen dat ze wellicht de noodzakelijke wisselstukken konden bestellen en dat we woensdagmorgen moesten terugkeren. Dat werd dus nog twee extra dagen op de camping. Maar goed, zoals gezegd, er zijn lelijkere plekken om vast te zitten, en ‘vast’ bleek ook wel relatief, zo zou later blijken. Na het bezoek aan de garage gingen we nog inkopen doen in Kinlochleven en settelden we ons terug op de camping voor een gezellige avond. Na het eten maakten we nog een vuurtje aan het meer en roosterden we enkele ‘marshmallows’. De kindjes vonden het écht een leuke dag, en wij genoten ook wel van de nodige rust.
Dinsdag 2 augustus : (deel van) West Highland Way
Doet ie het of doet ie het niet ? Rosie sputterde en kuchte, maar finaal, na de derde poging ging ze dan toch van start. Op naar Kinlochleven, waar we een halfuursessie in de klimzaal hadden gereserveerd voor de kindjes. Hun eerste ervaring op de klimmuur ! Leonie was er al meteen mee weg en bereikte de bovenrand van het kinderparcours. Joppe had wat koudwatervrees, maar ging er dan toch moedig mee door en bereikte ook het einde van zijn parcours. We waren supertrots op onze kindjes.
Na de middag zouden we nog een korte wandeling in de omgeving doen. Volgens de brochure was de wandeling maar 2 uur lang, maar we hebben er nog een vervolg aan gebreid en zijn finaal toch zo’n 6 uur onderweg geweest. Het pad sloot immers aan op de ‘west Highland way’, een bekend lange afstandspad doorheen Schotland. Het eerste deel liep door het bos (fijn om nog eens door een bos te wandelen’) en ging dan over in heus bergpad met prachtige vergezichten op de omgeving. De echte pas op ca. 500 m hoogte hebben we niet gehaald, maar goed, het was toch weer een prachtige tocht ! s avonds keerden we terug naar onze typisch Britse camping… | Dé West Highland Way |
DEEL VI : ZON, ZEE, STRAND EN AUTOPERIKELEN OP MULL
(of nog : er zijn lelijkere plaatsen om in panne te vallen…)Woensdag 3 augustus : op weg naar Mull
Alweer spannend : zou Rosie starten of niet ? En jawel hoor, na drie pogingen én veelvuldig pompen op het ontkoppelingspedaal ging ze van start. Goed zo, dan maar direct naar de garage waar we een afspraak hadden om 10u. Rosie ging even onder het mes en zo rond 12u werd ze genezen bevonden. Yes, we konden weer op pad !!! Het plan was om naar Oban te rijden en daar de ferry te nemen naar het eiland Mull, waar we onze laatste vakantiedagen zouden slijten. Oban bleek toch een tikkeltje groter te zijn dan de dorpjes waar we de voorbije weken waren gepaseerd. Dat stond ons Rosie blijkbaar niet aan, want met al dat volk om haar heen begon ze – letterlijk – te stomen en te rammelen. We schaamden ons toch wel een beetje maar konden toch gelukkig relatief snel de ferry oprijden. De overzet duurde ongeveer 45 min. Eenmaal op het eiland, zouden we richting Fionnphort rijden, een klein dorpje in de meest westelijke lob van het eiland. Man, dit eiland is écht nog leger dan de rest van Schotland. Van zodra je de haven van de ferry met bijhorende huizen (een stuk of 10) uit bent, volgt er…. Niets…. Helemaal niets, enkel wij, de sputterende camper en een adembenemend mooi landschap. De single track road komt dan finaal na zo’n 40 km uit bij het dorpje Fionnphort. Net voor we het dorp inreden, vonden we dan toch een garage. We lieten ons Rosie opnieuw nazien en kwamen tot de verbijsterende conclusie dat de problemen die zich nu voordeden eigenlijk wel groter en zorgwekkender waren dan de startproblemen van de dagen daarvoor. De autowerkplaats waar we terecht gekomen waren, was zo mogelijk nog chaotischer dan deze in Ballachulish. De mechanicien kon ons niet echt verder helpen en raadde ons aan om enkel maar voorzichtig verder te rijden en de dop van het bakje met de koelvloeistof eraf te houden. Blijkbaar waren de cilinderkoppen stuk en spoot het koelwater zowat naar elke uitgang van de motor, dus zowel naar het vat koelwater als naar de uitlaat (vandaar de witte rook…). Enfin, gelukkig was er een camping in het dorp. De camping bleek aan een prachtige baai te liggen.
Ondergaande zon op het strand van Fionnphort
S avonds klaarde de hemel wat uit en konden we al genieten van een prachtige zonsondergang. Het is ongelooflijk om te zien hoe de rotsen en het water verkleuren met de ondergaande zon…. Die zon bleek een voorbode te zijn van de volgende dag….
Donderdag 4 augustus : dagje strand op Mull
Die dag zouden we gewoon op de camping blijven en genieten van zon, zee en strand !!!! Ja man, ware het niet dat er af en toe een frisse bries opstak, je zou écht beginnen denken dat je op Hawaii of zo zat ! Zo’n mooi strand !
Het strand van Fionnphort
De kindjes amuseerden zich écht super. Uit het fijne zand verscheen een volledige stad, met heel wat wegen, tunnels, kastelen, winkels, enz. Alle schelpen in de omgeving moesten eraan geloven, ofwel werden ze gebruikt om de wegen te ‘verschonen’, ofwel kwamen ze terecht in een ‘handmade’ schelpenketting. Wij speelden mee met de kindjes en lazen onze boeken…. Zalig genieten ! Helaas moesten we ook af en toe eens een telefoon slaan met ‘ANWB – Zaak van de Wegen – voor een hulpvraag in Frankrijk druk 1 – voor een hulpvraag in andere landen druk 2 – helaas kunnen wij u nu niet te woord staan, gelieve even te wachten – piep, piep’…. Na een half uur wachten krijg je dan uiteindelijk iemand aan de lijn, maar die heeft dan géén weet meer van de historiek van het dossier…. Na heel veel vijven en zessen kregen we dan toch de boodschap dat we best de volgende dag het eiland zouden verlaten en op eigen kracht naar een garage in Oban moesten gaan om een diagnose te stellen. En dan ? ‘Ja, dat weten we nog niet, daarvoor bellen we u zo spoedig mogelijk voor terug….’. Enfin, we lieten er de heerlijke dag niet door verknallen en genoten met volle tuigen van het mooie weer en de kindjes die in supervorm waren. Bij het avondmaal werd er duchtig gelachen én genoten van alweer een prachtige zonsondergang.
DEEL VI : DE TERUGTOCHT
Vrijdag 5 augustus : van Mull naar Oban
Het werd een uitdaging : 2 uur tijd om van Fionnphort terug te rijden naar de haven, en dat via een Single Track Road én met een wagen die begint te ‘patineren’ als hij stilstaat….De ‘slipstream’ van de lokale bus (man, die halen nogal een snelheid zeg), mocht helaas niet baten, we arriveerden net te laat voor de ferry van 12u. Gelukkig was er nog plek op de ferry van 1,5 uur later. Terug op het ‘vaste’land reden we direct door naar de garage die ons door de Hollanders van ANWB was aangeraden. In deze garage ging het er blijkbaar al wel wat professioneler aan toe dan in de voorgaande werkplaatsen. Supervriendelijke mensen, dat wel. Ze stelden evenwel eenzelfde diagnose als de mechanicien van Mull en raadden ons absoluut af om met deze wagen nog verder richting België (laat staan Nederland) te rijden. Daar stonden we dan…. OK, dan maar opnieuw ANWB bellen. Een halfuur én veel (herhalende) uitleg later, was er een ‘aanzet van plan’ om ons terug naar België te loodsen. Ze zouden ‘nakijken’ of het ‘eventueel mogelijk zou zijn’ om met de camper naar Hull of Newcastle te rijden om daar dan de ferry richting Zeebrugge resp. Rotterdam te varen. Intussen zouden we best de nacht doorbrengen in de omgeving van Oban. We zochten de eerste de beste camping op en reden er naar toe. De camping zelf bleek wel mee te vallen, enkel de uitbaters waren écht niet vriendelijk, wel integendeel. Enfin, de kindjes verkneukelden zich aan het speeltuintje en wij konden op ons gemak genieten van een aperitiefken en een heerlijke, Britse maaltijd prepareren (Meatballs).
Zaterdag 6 augustus : van Oban naar Glasgow
Die ochtend moesten we even wachten op verdere instructies van ANWB over het vervolggtraject van onze ‘repatriëring’. Omdat dit wel even duurde, kregen we het aan de stok met de uitbaatster. Die wilde ons immers kost wat kost om 12u van het terrein en wilde niet toegeven, ook al legde we de specifieke situatie uit…. Roseview camping in Oban : niet doen, slechte referentie !!!!! Enfin, om 5 na 12 verlieten we het terrein en begonnen onze calvarietocht naar Glasgow. Dat bleek immers de dichtstbijzijnde stad te zijn waar ANWB een vervangwagen voor ons kon regelen. 150 km op een zéér drukke baan, en dat met een camper die niet langer dan 30 km aan één stuk kan doorrijden zonder water te moeten bijtanken (verbruikte al bijna evenveel water dan diesel, alléé, da’s misschien wat overdreven, maar t was toch veel) én even aan de kant te staan om te rusten. Uiteindelijk zouden we er 6 uur over doen. Moegetergd kwamen we dan aan in het verhuurkantoor aan de luchthaven van Glasgow. Over het vervolgtraject hadden we op dat moment nog géén zekerheid : reden we nu naar Hull om dan de ferry te nemen naar Zeebrugge of zouden we de hele weg naar Dover nemen ? Terug contact met ANWB….. ANWB – Zaak van de Wegen – voor een hulpvraag in Frankrijk druk 1 – voor een hulpvraag in andere landen druk 2 – helaas kunnen wij u nu niet te woord staan, gelieve even te wachten – piep, piep. Toen ze uiteindelijk dan nog niet wisten wat te doen, zijn we toch wel uit onze sloffen geschoten ! Belgen kunnen geduldig zijn (‘we danken u voor uw begrip, ik moet zeggen dat u nog erg kalm blijft onder deze omstandigheden’), maar nu was de maat vol. Het personeel van het verhuurkantoor nam het gelukkig voor ons op en nam zelfs de lijn over. Eindelijk werd er een duidelijk traject uitgezet voor ons : we zouden die nacht nog doorbrengen in de camper op een parking dichtbij het verhuurkantoor, de camper zou dan de volgende dag worden getakeld waarna wij onze weg naar Dover konden vervolgen. In Dover zouden we de huurwagen weer inleveren en de ferry nemen, om dan in Calais opnieuw een huurwagen ter beschikking te krijgen voor het vervolgtraject naar Gent. Eén probleem : onze bagage ? De camper zat immers vol spullen van bij ons thuis, niet enkel kleren en slaapgerief maar ook potten en pannen en een kampeertafel. Hoe gingen we dat in godsnaam transporteren ? Men raadde ons aan om de meest noodzakelijke spullen mee te nemen en garandeerde ons dat de resterende spullen bij ons thuis en persoonlijk zouden worden afgeleverd (weliswaar na een aantal weken). Nadat we deze garanties kregen, zochten we een slaapplek in de omgeving van het verhuurkantoor. Spannend, de nacht doorbrengen op een publieke parking in een buitenwijk van Glasgow. Het was weekend en hoorden zowel de hele nacht door gerucht op straat….
Zondag 7 augustus : van Glasgow naar Dover en dan naar Gent
De laatste dag ! Met toch wel spijt in het hart namen we afscheid van een erg zieke Rosie ! Rosie (en onze achtergebleven bagage)…. Het ga je goed ! Daarna ‘vlogen’ we over de Schotse en Britse Highways richting Dover. Het was erg druk op de weg, maar alles liep gesmeerd. We stopten even voor een kleine maaltijd en maakten van de gelegenheid gebruik om nog twee extra reistassen te kopen, zodat we toch niet helemaal als een ‘zakkenman’ op de ferry moesten. Het werd dan toch nog erg spannend, men had ons eerst gezegd dat we – nu als passagiers zonder wagen - 2 uur op voorhand moesten zijn, kwestie van alle douane-aangelegenheden te kunnen regelen en een bus naar de ferry te kunnen nemen. 19u15 voer de laatste ferry uit, wat betekende dat we al om 17u15 aan de boot moesten zijn…..Als we dan nog een verkeerde afslag namen op 65 mijl van Dover, was het helemaal ‘foetu’…. Beye Beye boot, hello nog maar eens een overnachting in een hotel in Dover….. Een tweede telefoontje naar P§O ferries leerde ons dat één uur voor aanvang volstond, dat gaf ons dan toch de nodige marge om de huurwagen in te leveren en de ferry op te stappen. Moe maar zeer tevreden ‘sleurden’ we onszelf en onze bagage de ferry in. Een taxi bracht ons nadien naar het verhuurkantoor in Calais, waar onze laatste autorit (ditmaal rijden aan de rechterkant met stuur aan de linkerkant, was eens wat anders) richting huis startte….. Het werd een bewogen einde van een fantastisch mooie reis…. De perikelen van de voorbije dagen waren absoluut niet bij machte om een domper te zetten op de reisvreugde…. We waren heel wat ervaringen en prachtige herinneringen rijker !
OVERZICHT VAN DAG TOT DAG
Dag | Traject / streek | Bezienswaardigheden | Overnachting |
Do 14/07 | Ophalen camper in Landgraaf Overzet Calais - Dover | | Sunnyside Farm Camping, Kent |
Vrij 15/07 | Rit van Canterbury richting Powfoot (611 km) | | Queensberry Bay Holiday Park Queensberry Bay, Powfoot, Annan, Dumfries and Galloway, |
Zat 16/07 | Rit van Powfoot richting oostkust | Sea Life Center, North Berwick | Aberlady Bay View (parking natuurgebied langs A198, net voor Aberlady Bay) |
Zon 17/07 | Rit van Aberlady naar Braemar | - -Wandeling Aberlady Bay
- -Wandeling Linn O Dee
| Parking Linn O Dee |
Ma 18/07 | Rit van Braemar naar Glenmore | Wandeling Keiloch | Glenmore Busparking |
di 19/07 | Cairngorms en rit naar noordoostkust | Wandeling Cairngorms | Parking van het ‘Embo nature reserve’ langs de weg tussen Embo en A9 |
Woe 20/07 | Rit naar het noorden | Wandeling Strathy Point | Parking ‘nature reserve Torrisdale Bay’ |
do 21/07 | Rit naar noordwestkust | - -Wandeling Torrisdale Bay
- -Strand Leirinmore
- -Bezoek Smoo Cave
| Parking naast kerkhof in Balnakeil (Durness) |
vrij 22/07 | Verkennen van noordwestkust | Wandeling Sandwood Bay | Oldshoremore Beach |
zat 23/07 | Verkennen van noordwestkust | - -Ferry vanuit Tarbet (handa ferry)
- -Wandeling op eiland
| Stoer Lighthouse |
zon 24/07 | Verkennen van noordwestkust | Wandeling aan Stoer Lighthouse | Parking strand Achnahaird |
ma 25/07 | Verkennen van noordwestkust | Wandeling Stac Pollaidh (26) | Parking Badcoul |
di 26/07 | Rit van noordwestkust richting Skye | Inverewe Gardens | Parking Beinn Deagg |
woe 27/07 | Rit naar Skye | Eilean Donan Castle | Weg voorbij dorpje Sconser (Skye) |
do 28/07 | Isle of Sky | Wandeling The Cuillins (Coire a’Bhasteir) | Tobtah Douadragh (parking tussen Rigg en Old Man of Storr) |
vrij 29/07 | Isle of Sky | Old Man of Storr | Parking Neist Point |
Dag | Traject / streek | Bezienswaardigheden | Overnachting |
zat 30/07 | Isle of Skye | - -Wandeling Neist Point
- -Rit naar Glen Coe
| Camping Caolasnacon (tussen Glencoe en Kinlochleven) |
zon 31/07 | Glen Coe | Wandeling Stob Dubh (Glen Coe) | Camping Caolasnacon (tussen Glencoe en Kinlochleven) |
ma 01/08 | Glen Coe | Rustdag | Camping Caolasnacon (tussen Glencoe en Kinlochleven) |
di 02/08 | Glen Coe | - -Indoor klimmen in Kinlochleven
- -Deel van West Highland Way vanuit Kinlochleven
| Camping Caolasnacon (tussen Glencoe en Kinlochleven) |
Woe 03/08 | Rit naar Mull | | Camping Fidden Farm - Fionnphort |
Do 04/08 | Mull | | Camping Fidden Farm - Fionnphort |
Vrij 05/08 | Rit van Mull naar Oban | | Roseview Camping Oban |
Zat. 06/08 | Rit van Oban naar Glasgow | | Parking in de buurt van de luchthaven van Glasgow |
Zon 07/08 | - 1.Rit van Glasgow naar Dover met huurwagen
- 2.Ferry Dover – Calais
- 3.Rit van Calais naar Gent
| | |
PRAKTISCHE ZAKEN
- -Camper :
- ogehuurd via www.ouderecamperhuren.nl : 2430 € voor 25 dagen
- okook- en slaapgerief nog zelf mee te brengen
- obuitentafel en stoeltjes meegenomen (maar niet veel kunnen gebruiken)
- ointeressant om ook extra waterzakken mee te nemen. Er zat een groot waterreservoir in de camper, maar door die waterzakken hebben we toch nog langere tijd kunnen doorgaan zonder te moeten ‘bijtanken’
- owater : water bijtanken kan in een camping of in een benzinestation (enkel in de écht toeristische gebieden laten ze dit niet altijd toe). Water sparen kan door je bvb. zo nu en dan eens te wassen met vers geschept rivierwater !
- oGrijs water : we leegden ons grijs water ofwel in een camping ofwel boven een rioolputje in een straat
- oFecaliën : te legen op een camping of in een publiek toilet
- -Klimaat :
- oLaat u vooral niet afschrikken van de onheilsberichten over het weer in Schotland. OK ja, het regent vaak en het is er wat koeler, maar dat is een kwestie van je goed te kleden (laagjes!) en het landschap is er o zo mooi
- -Toerisme :
- oSommige delen van Schotland zijn best wel toeristisch, vooral dan Skye en omgeving van Loch Lomond. Buiten deze gebieden valt het écht wel zeer goed mee, op bepaalde trajecten in The Far North kom je per dag maar enkele voertuigen tegen (en dat is een geluk, want het zijn daar allemaal ‘single track’ roads.
- -Verzekering : via reisverzekering Touring
- -Kinderen :
- oDe kinderen hebben zich écht super geamuseerd, ze wandelden goed mee (je moet ze onderweg wel entertainen met een of ander verhaaltje) en s avonds amuseerden ze zich op de campeerplek, ofwel buiten als dat nog mogelijk was, ofwel binnen in de camper. We hadden een beperkt aantal strips mee, veel tekengerief (tip : koop een klein teken- en schrijfboekje waarin ze zelf hun aantekeningen van de reis kunnen doen, mooi souvenir en leuke bezigheid) én luisterCD’s.
- -Kampeerplekken : free campen is de MAX in Schotland. In ons reisverslag vind je al een aantal plaatsen waar je zeker mag staan. De plekken zijn enerzijds een ingeving van het moment en anderzijds via de website http://www.reisverhaleneuropa.nl/camper/plaatsen.htm. Parkings van toeristische bezienswaardigheden of natuurgebieden zijn interessant : je arriveert er wanneer de bezoekers weg zijn en bent s morgen al weer op pad als de eerste bezoekers opduiken. Schotland is één van de weinige regio’s in Europa waar je nog legaal mag kamperen, je moet wel een aantal regels respecteren (zeker géén afval achterlaten !!!! voldoende afstand houden van de woningen) : zie ook infobrochure Wegwijzer (http://www.wegwijzer.be/dossier/wildkamperen-in-europa).
- -Maaltijd : de prijzen van eten en drank zijn te vergelijken met België, gezien de afstand tussen de dorpjes moet je toch wel een beetje plannen, in elk groot dorp is er weliswaar een (zij het vaak erg kleine) supermarkt
- -Wildlife : bereid je voor om heel wat vogels en speciale dieren te zien :
- oZeekoeten
- oPapegaaieduikers
- oJan Van Genten
- oZeehondjes
- oDolfijnen
- o…..
- -Literatuur :
- oReisinfo : Dominicus, Schotland (2016)
- oWandelingen in Schotland :
- §Deltas, wandelgids Schotland : écht een aanrader, veel wandelingen voor kinderen
- §Cicerone : The Isle Skye : meer gespecialiseerde wandelgids
- oAls achtergrond : Robert MacFarlane, Oude Wegen; Robert MacFarlane, de laatste wildernis