Reisverhaal «Oamaru, Moeraki, Shag Pt, Dunedin»
My First Trip...
|
Nieuw Zeeland
|
0 Reacties
04 Februari 2015
-
Laatste Aanpassing 04 Februari 2015
Zondag 1 februari
Afscheid nemen van zulk een mooie plek, t was moeilijk. Het ging dan ook heel geleidelijk aan…. Nog een lekker ontbijt, een beetje spelen in het winkeltje en dan ‘back on the road’. We zouden die dag de bergen inruilen voor de zee. We hielden nog een korte pauze aan een klein meer (Lake Middleton) voor een pick nick met zwemmertje (tenminste de papa en mama trotseren het koude water, de kindjes gingen er enkel tot knieën in). Het was wel een mooie plek, maar de zee lonkte ! Na ongeveer 100 km reden we Oamaru binnen. We hadden het plan opgevat om nog tegen valavond aan de zee te zijn om pinguïns te zien. Eerst verkenden we de haven van het kleine stadje aan de zee. Hier kon je zeker pinguïns zien, maar dan moest je wel een inkomticket betalen om dan vanop een de tribune naar de mooie beestjes te kijken. Was me dat toeristisch zeg, misschien goed voor de Kodak-Jappen, maar géén spek voor onze bek. Wij dus weer verder. We reden nog even verder de heuvel op en parkeerden ons aan de oude vuurtoren. Vanaf deze toren liep een pad naar het strand, en vanop dit pad en een kijkhut kon je wel degelijk de pinguïns in levende lijve zien (het waren niet de blue pinguïns, maar de ‘Yellow Eyed Pinguïns’. En jawel, we hadden chance, we zagen enkele van deze kleine wezentjes het strand op waggelen….. Nadien reden we door naar een DOC campsite in het binnenland. Ook weer een leuke plek om de nacht door te brengen.
Maandag 2 februari
Het kriebelde om de volgende dag alweer pinguïns te spotten. Na de ontbijt- en huiswerksessie reden we terug richting kust. We zouden eerst de Mouraki Boulders gaan bezichtigen, dat zijn grote, bolvormige stenen die op een bepaalde plek voor de kust lagen. De bollen zijn miljoenen jaren geleden ontstaan door het samenklitten van diverse kleinere stenen en gaandeweg ‘afgeschuind’ door de zee, zodat ze op vandaag hun kenmerkende ‘bolvorm’ vertonen. Leuk om te zien, maar ook hier weer super toeristisch !!! Ze hadden ons trouwen goed liggen toen bleek dat we het pad maar konden verlaten door letterlijk door een souvernirwinkel te gaan. Onze volgende stop was al iets minder toeristisch (‘Shag Point’) : een aantal rotsen voor de kust waar zich een kolonie pelsrobben had gevestigd. Echt maf om de oudjes uit de kolonie te zien baden in de zon terwijl hun kindjes ‘speelden’ met elkaar (het leek wel alsof ze elkaar gingen vermorzelen, maar het was toch een spelletje). We lazen in onze gids dat zich op die plek bij valavond ook pinguïns vertoonden. Wij vatten dan ook het plan op om eerst in het lokaal dorpje inkopen te doen en dan terug te keren naar Shag Point. En inderdaad, zo rond 9u waggelden twee pinguïns het strand op. We konden ze spotten vanuit de verte. Een lokale ‘natuurbeheerder’ wist ons te vertellen dat de kolonie tot voor enkele jaren wel twintig leden telde, maar om een of andere reden was hun aantal fors gereduceerd. De mens zal er wel weer iets mee te maken hebben….. Omdat we de lokale DOC site in het donkerte niet konden vinden, besloten we dan maar de nacht door te brengen op de ‘car parking’ van ‘Shag Point’, net zoals een ouder Kiwi koppel ons voordeed (zij woonden al vijf jaar in hun ‘mobil home’)…
Dinsdag 3 februari
Snel opkrassen op deze mooie plek voor de andere toeristen zouden arriveren, en dan naar dé stad : Dunedin. Na een tocht van ca. 50 km reden we de stad in. Eerst moesten we nog even naar de kliniek met ons Wendy : onderweg van de bergen naar de kust had één van haar ruitenwissers het immers begeven. Wij dus naar het lokale service center, waar ze ons (je kan je dat in België nauwelijks voorstellen) onmiddellijk verder konden helpen. Schroefje hier, schroefje daar, nog even de olie nachecken en weer verder. We parkeerden ons gemakkelijkheidshalve op een parking, vlakbij het centrum. Dunedin bleek echt wel een leuke stad te zijn. Na een uitgebreide lunch (met de typische ‘fish and chips’) verkenden we deze stad met overduidelijk Schotse roots. We vonden er een heel leuk museum over de geschiedenis van de stad en zijn omgeving. Vooral de afdeling ‘transport’ was erg leuk om te bezoeken. Die Kiwi’s zijn echt wel goed in de opbouw van musea : ze zijn ook altijd gratis en erg interactief. We konden er een prachtige, zelfgebouwde caravan uit de jaren 50 aanschouwen en in een lokale bus uit die tijd gaan zitten. Het deed ons een beetje denken aan het ‘Huis van Alijn’ in Gent. De kindjes vinden musea doen in Nieuw Zeeland dan ook steeds wel leuk ! Na een bezoek aan de lokale ‘Colruyt’ besloten we de nacht door te brengen op een échte camping. Zo konden we onze electronica nog eens opladen en beschikten we over wifi om met het thuisfront te skypen.
Woensdag 4 februari
Na het gebruikelijk ochtendritueel en een zalige douche sessie keerden we terug naar de stad. We hadden immers s namiddags een toeristische treinrit geboekt. De rit werd gereden met een voertuig uit de jaren 1920 en vertrok vanuit de stad richting binnenland, langs de kloof van de Taieri rivier. Wat een uitzichten ! werkelijk fantastisch mooi. De trein baande zich een weg door het woeste landschap door smalle tunnels en over machtig mooie viaducten. OK, het was toeristisch (en de Jappen waren er ook bij), maar het had wat lokaal folkloristisch en het was écht een unieke manier om het achterland van Dunedin te verkennen. Na de treinrit reden we richting het scheireiland (Otaga Peninsula) en installeerden we ons op een alweer erg mooi gelegen ‘freedom camping’ in Mc Larens Bay.
Fotoalbums van Nieuw Zeeland