Reisverhaal «Yogyakartha + Bali : Ubud, Sedimen, Amed»
My First Trip...
|
Indonesië
|
0 Reacties
02 April 2015
-
Laatste Aanpassing 02 April 2015
Woensdag 25 maart
Die ochtend was het alweer vroeg opstaan geblazen. De taxi wachtte ons op na het ontbijt en bracht ons naar Prambanan. Dit hindoëistisch tempelcomplex bevindt zich even buiten de stad. Het wordt omringd door zowel een katholieke kerk als een moskee én bevat in haar archeologisch park zelfs een aantal oude, boeddhistische tempels. Van verdraagzaamheid gesproken !!!! Dit keer géén gids die Nederlands kon, maar een zelfverklaarde Indonesische professor (tevens auteur van een boek over Prembanan dat hij je dan presenteert op het einde van de tour) met een slecht verstaanbare, Engelse tongval. Enfin, uiteindelijk hebben we toch de nodige informatie uit de man kunnen lospeuteren. Het archeologisch park is écht wel de moeite waard. De hoofdtempel is uiteraard al het bezichtigen waard. Het complex telt drie belangrijke tempels, elk gewijd aan één welbepaalde God. De ‘balustrade’ aan de buitenzijde van elk van de tempels was telkens uitvoerig versierd en verbeeldde het verhaal van Ramajana en Krisjna. Geweldig om deze verhalen te ‘vertalen’ naar de kinderen !!!! Het park telt zoals gezegd ook een aantal kleinere, boeddhistische tempels en is trouwens prachtig aangelegd. Tegenover de drukte van Yogya was het voor ons écht een verademing om even in het park te kunnenslenteren. Het tourisme beperkt zich trouwens grotendeels tot de hoofdtempel, de overige tempels zijn echt weinig bezocht. De tempels hebben veel te lijden gehad, voornamelijk van de (recente) aardbevingen. De site wordt nu werkelijk ‘steen voor steen’ gereconstrueerd, een werk voor jaaaaren. Maar goed, je waant je een ware archeoloog als je je weg baant door de hopen stenen. Na het bezoek aan de tempel keerden we terug naar de stad, waar we nog verder genoten van het zwembad en de gezellige ‘Via Via’ sfeer.
Donderdag 26 maart
Terug het vliegtuig op. Ditmaal met Air Asia. En jawel hoor, de vlucht verliep vlekkeloos, géén vertraging en de bagage in zijn geheel overgebracht. Vanaf de luchthaven van Denpasar ging het in één ruk richting Ubud (we kenden intussen al min of meer de weg én de tarieven). In Ubud zouden de Melati Cottages op ons wachten. Het complex lag ietwat buiten het centrum van Ubud, midden de rijstvelden. Het was wel wat verouderd, maar het straalde wél een soort ‘grandeur’ uit waardoor je je bijna een koloniaal voelde. De familiekamer was wel erg royaal, had zijn eigen tuintje en gaf rechtstreeks uit op het zwembad. Ideaal dus !!! De kindjes voelden zich er direct thuis. S avonds gingen we eten in een ‘fancy’ restaurant in de straat van het hotel (Elementz) : heel lekker maar best wel prijzig (toch vergeleken met Yogya).
Vrijdag 27 maart
Heerlijk ontwaken in een oase van rust en groen ! We kregen een lekker ontbijt. Nadien gingen Joppe en Caroline aan de slag met het ‘huiswerk’. Leonie kon al vlugger in het zwembad. Na de middag namen we de taxi naar een toeristenbureau aan de zuidzijde van de stad (Bali Eco Cycling Tours), we boekten er een tour voor de volgende dag en bezochten het prachtige museum dat ernaast gelegen was (ARMA museum). Fijn om nog eens cultuur te kunnen opsnuiven, na al die tijd in Nieuw Zeeland. Nadien wandelen we op ons gemak terug naar de stad en namen er een taxi naar ons hotel.
Zaterdag 28 maart
De organisatie waarmee we de dag voordien onze tour hadden geboekt, pikte ons s morgens vroeg op. We reden eerst naar één van hoogste punten van Bali, aan de rand van het lake Batur. Op deze plek kregen we nog een heerlijk en zeer uitgebreid Indonesisch ontbijt aangeboden. Géén boterkoeken of toast, maar een overheerlijke rijstschotel met warme groenten. We genoten van het ontbijt met uitzicht op de vulkanen en het kratermeer. Nadien reden we weer verder om nog een koffieplantage te bezoeken. Fascinerend om al die zaken die je in het Westen als ‘vanzelfsprekend’ ervaart, hier in zijn ‘ruwe’ vorm te ontdekken : vanillestokjes van de vanilleplant, koffiebonen, cacaobonen. Na dit bezoek werd het tijd voor het échte werk : we kregen twee fietsen (één met een kinderzitje en een tandem) en konden hiermee de fietsroute starten. Veel trappen was er niet bij, het ging de hele tijd bergaf. We stopten eerst aan een typisch Balinees huis. De familie woont hier nog samen in verschillende huizen rond één gezamenlijke familietempel. We kregen wat uitleg over de lokale gewoonten en ceremonies en mochten ook even de keuken van de familie bezichtigen. Ondanks de vooruitgang die Bali duidelijk op toeristisch vlak heeft gemaakt de voorbije jaren, zijn de huizen van de mensen toch nog steeds erg primitief. Frappant was ook wel dat de gids vertelde dat de ‘moeders’ van de familie alleen maar s morgens warm eten klaarmaken, en dan nog in één pot. Ieder familielid kan zich dan in de loop van de dag ‘bedienen’ van het nodige eten. Men eet dan ook méér dan drie maal per dag, maar telkens kleine hoeveelheden. We fietsten vervolgens langs de uitgestrekte rijstvelden en hielden nog halt aan een eeuwenoude, heilige boom. Na ongeveer 25 km fietsen stond de minibus alweer klaar om ons op te pikken. De moedigen onder ons konden nog zo’n 6 km (bergop en in een loden zon !!) verder fietsen naar het finaal eindpunt van de rit, een restaurant. Caro en de kindjes zetten zich in de auto, maar ik ging de uitdaging nog aan. Ja man, dat was wel even puffen en blazen. De heerlijke maaltijd aan het einde van de rit maakte alles echter direct goed. Rond 4 uur waren we terug in ons hotel en konden we nog uitgebreid genieten van een heerlijke zwempartij.
Zondag 29 maart
(Voorlopig) laatste dag in Ubud. Na het gebruikelijk ochtendritueel maakten we ons op om naar het museum te gaan dat zich aan het einde van onze straat bevond. Antonio Blanco, een briljant maar vrij maffe kunstenaar, had hier op het einde van zijn leven een eigen museum gebouwd. De uit Spanje afkomstige man was in de jaren 1930 neergestreken in Bali, niet enkel voor de mooie landschappen en de prachtige cultuur, maar ook voor de – in zijn ogen prachtige – Balinese vrouwen waarin hij telkens weer inspiratie vond voor zijn schilderijen. De man bleek goede contacten te hebben gehad met die andere, Spaanse mafkees, Dali. Hij wordt dan ook de ‘Dali van Bali’ genoemd. Grappig om zien hoe hij op het eind van zijn leven een autobiografische film regisseerde met niemand minder dan ‘onze’ Michael Pas in de hoofdrol. Na het bezoek aan het museum wilden we nog een korte wandeling maken, de Campuhan Ridge Walk. De route startte met een prachtig pad dat zich doorheen de heuvelachtige landschap aan de rand van Ubud slingerde. De hemel boven ons werd echter al gauw donker en weldra gingen de sluizen op. We schuilden in een kleine ‘shop’ en besloten dan maar de taxi te nemen, terug naar het hotel. We maakten een deal met de chauffeur om ons de volgende dag in het hotel op te pikken en ons naar Sidemen te voeren.
Maandag 30 maart
Na het gebruikelijk ochtendritueel pakten we onze valiezen en stapten we in de taxi die ons naar Sedimen zou brengen. Weg van de drukte naar het landelijke Bali. Het hotel dat we via Booking.com hadden geboekt, bleek een schot in de roos. Prachtig gelegen, met zicht op de omgevende heuvels en rijstvelden. We bleven gezellig ‘plakken’ in het hotel en verkenden pas in de late namiddag het dorpje.
Dinsdag 31 maart
Om 9 uur stond een lokale gids ons op te wachten. Hij zou ons begeleiden op de wandeling in de omgeving van het hotel. We doorkruisten een aantal rijstvelden en staken een riviertje over om in het volgende dorp te komen. Van hier af ging het (vrij steil) bergop naar een prachtig gelegen tempel op de top van de berg. Het was zweten en zwoegen, met een temperatuur die alweer de 30 graden benaderde. Het uitzicht en de tempel zelf waren echter de inspanning waard. Je kon vanaf dit punt zelfs de baai van Sanur zien liggen, zo’n 30 km verderop. In tegenstelling tot onze wandelingen in Nieuw Zeeland was je tijdens de wandeling wel nooit alleen, er waren altijd wel mensen aan het werk op de rijstvelden of je passeerde wel een aantal huizen of een dorpje. Op de terugtocht waren we trouwens nog getuige van een ware ‘processie’ met toeterende auto’s en vrachtwagens met daarop allerlei kunstwerken en beelden. Het échte Bali dus. Leuk om zien !!! Terug in het hotel genoten we nog van het zwembad met het prachtige uitzicht. S avonds gingen we, net als de dag voordien, een heerlijke maaltijd verorberen in het restaurant naast het hotel.
Woensdag 1 april
Grapjesdag ! Joppe trakteerde ons s morgens al direct met één van zijn geweldige mopjes. Goedgeluimd schoven we aan bij de ontbijttafel. Het ontbijtbuffet in dit hotel was echt wel zeer uitgebreid : na de intussen klassiek geworden fruitschotel (in elk hotel hetzelfde : meloen, papaya, ananas en banaan) volgden nog een eitje, toasts én versgebakken croissants en chocoladekoeken. Heerlijk !!! We hadden voor die dag brommertjes gehuurd. Spannend ! Ik had de vorige keer in Indonesië (méér dan 10 jaar geleden) al eens met de brommer gereden, maar dat was dus al lang geleden. Voor Caro zou het de eerste keer zijn. Gelukkig waren het ‘full automatic’ scooters die niet echt veel behendigheid vroegen (itt de modellen waarbij je zelf moet schakelen). De omgevende wegen waren trouwens erg rustig, ideaal dus om het toch eens te proberen. Joppe ging achterop bij Caro, Leonie zat bij mij vooraan. En wij weg ! Geweldig om weer even dat ‘vrijheidsgevoel’ van Nieuw Zeeland terug te kunnen beleven : gaan en staan waar je wil. We reden eerst langs een geweldig mooi en rustig baantje in de buurt van ons hotel. Het wegje mondde echter uit in een iets grotere baan. Deze leidde ons echter de compleet verkeerde richting uit. Toen we plots de zee in zicht kregen, merkten we dat we fout bezig waren en maakten we rechtsomkeer. Het is echt wel moeilijk oriënteren in Bali, van bewegwijzering hebben ze niet veel kaas gegeten. Maar goed, we besloten dan verder richting Besakih te rijden. We zagen immers heel wat in het wit geklede mensen die richting uit rijden, waaruit we konden afleiden dat er wellicht één of andere ceremonie aan de gang was. En wat voor één ! Plots stonden we stil in een heuse processie ! We konden niet meer voor- of achteruit, maar wat een prachtig zicht !!! Het bleek te gaan om één van de voornaamste ceremonies in Bali die éénmaal per jaar plaats vond net vóór de eerste volle maan in april. Een vriendelijke man wees ons een binnenwegje aan, waardoor we de stoet konden voorbijsteken. We trotseerden de valse ticketverkopers (blijkbaar is het complex toch vrij toegankelijk) en positioneerden ons op een strategische plaats om de stoet te zien aankomen. Alweer chance dat we dit konden meemaken ! het complex zelf was ook wel de moeite waard. Je kan er niet echt binnen, maar je mag er wel omheen wandelen. De tempel is op 900 m hoogte gelegen en biedt echt een fantastisch uitzicht op het zuiden en oosten van Bali. Na het bezoek aan de tempel keerden we terug naar ons hotel en genoten we nog van een avondlijke zwempartij.
Donderdag 2 april
Na het gebruikelijk ochtendritueel pikte een taxi ons op om naar onze volgende reishalte, Amed, te rijden. Onderweg hielden we nog halt aan het waterpaleis van Tirtigangga. In de jaren 1960 vernielde een aardbeving de meeste gebouwen van het paleis. De tuinen en vijvers werden echter gereconstrueerd. Men had in de vijver ‘stapstenen’ gelegd, zodat je over het water kon wandelen en naar de vele vissen kijken. Het park lag trouwens op een bergflank, je had dan ook een prachtig uitzicht op de baaien van Bali en de vulkaan van het eiland Lombok. Na het bezoek aan het waterpaleis reden we door naar Amed. Dit dorp is eigenlijk een beetje uit zijn voegen gebarst door het toerisme. De vele hotelletjes en restaurant vormen één kilometers lang lint langs de kust. Vergeleken met Amed was Sedimen wel erg rustig. De bungalow die we via Booking.com hadden geboekt, bestond uit twee verdiepingen en bood een prachtig uitzicht op de weidse zee en baaien vol met veelkleurige vissersboten. Joppe en Leonie namen al direct de bovenverdieping in beslag en verklaarden het tot hun speelterrein. Nadat we geïnstalleerd waren, trokken we op verkenning in de omgeving. Na even wandelen vonden we een heel leuke baai waar het ideaal was om te zwemmen en te snorkelen. De koralen bevonden zich direct aan het strand en waren makkelijk bereikbaar. Met de snorkelbril voor ogen opende zich een fantastische onder water wereld, met prachtig versierde koralen en veelkleurige visjes. Joppe had de techniek van het snorkelen vrijwel direct te pakken, voor Leonie was het even zoeken, maar nadien ging het ook voor haar wel prima. Het hotel had ook een restaurant, maar dit zag er een beetje groezelig uit. We besloten dan maar om op aanwijzen van Joppe te gaan eten in het ‘sjiek spel’ aan de overzijde van de straat. Het was inderdaad wel sjiek, maar de prijzen vielen echt wel best mee.